Galerie Année toont drie, voor de galerie gloednieuwe kunstenaars, alle drie met een geheel eigen stijl.
Alice Cescatti werd geboren in Nieuw Zeeland. Al op jonge leeftijd was ze gefascineerd door het samenspel van de dramatische landschappen en het intense licht van de South Pacific. Na een kunstopleiding in Nieuw Zeeland, studeerde zij in Londen binnenhuisarchitectuur en liep een vierjarige stage in de restauratie van vergulde en beschilderde meubelen.
Alice had haar eerste solotentoonstelling van vergulde schilderijen in 2004 in Galerie Christian Siret, Palais Royal in Parijs. Haar unieke techniek, water-vergulden, zet zij in om op verschillende manieren licht te omschrijven.
Het proces is meer complex dan olie-vergulden, en begint met het opbouwen van vele lagen geschuurde gesso en klei op houten panelen. Daarna laat ze individuele velletjes goud of zilver op het klei oppervlak drijven, waaraan ze zich na het opdrogen vasthechten. Deze gespecialiseerde methode gaat terug naar Egyptische grafschilderingen van de 23e eeuw voor Christus. Daarna wordt het gouden of zilveren oppervlak gepolijst met een agaten steen om de kwaliteit van het metaal als lichtbron te versterken.
Haar lumineuze landschappen met enorme luchten en subtiele kleurtoetsen tegen het wit en zilver of goud, gloeien met inner licht. Vaak zijn er verticale lijnen, die als een muziek compositie in de ruimte staan. Zijn het tekenen van het terugschrapen van de verf? Heel vaag zijn in de ondergrond de blokjes zichtbaar van de vierkante zilvervelletjes.
Ralf Weber maakt bijzondere, opengewerkte stenen beelden met een gladde huid aan de buitenkant en van binnen een gekartelde structuur. Hij werkt ze zover open dat er, voor steen, bijna onmogelijk dunne stroken ontstaan, zoals in Aziatisch snijwerk in ivoor en been.
Weber beschrijft zelf het beste wat hem bezielt en wat zijn werk wil vertellen: “Ik ben gefascineerd door de oneindige lijn die een volume omarmt als een beweging in de ruimte. Ik zie deze werken als sculpturale schetsen van ruimte.
In bijna al het werk heeft de sculptuur een binnen kern die verbonden is aan de oneindige lijn. Dit binnenste element is de ziel van het blok. De bewegingen van de ziel van de steen hebben een fijnere dynamiek en een uitgesproken contrasterende oppervlakte structuur, waarvan de grenzen worden gedefinieerd door louter de oneindige lijn.
Wat ik eigenlijk wil laten zien is dat het allemaal een onmogelijke oefening is. De materiaalkeuze is heel bewust fout. Deze werken gaan over ware futiliteit. Ik hak en beitel net zolang tot de voorgaande structuren van het materiaal, en dus ook het systeem als het ware in elkaar storten.”
Peter de Graaff maakt gelaagde, schilderachtige, romantische schilderijen. In zijn werken staat vaak het interieur centraal, vaak ook met daarin een meisje in tutu of avondjurk. Deze taferelen zijn gebaseerd op foto’s van historische interieurs waar hij met een kopieerapparaat kopieën van maakt. Hierop gaat hij schilderen in vele lagen, in vele talen en vele toetsen. Er komen wat vluchtig geschilderde bomen, planten, en ook fijn geschilderde decoratieve elementen; patronen als van kant of bloemenbehang. Het zoeken en vinden van de kunstenaar laat zich lezen in zijn werken. Hij gebruikt veel blauwtinten tegen het zwart-wit- grijs van de fotokopie. De maatvoering van de schilderijen varieert van Size M (41×29 cm) tot Size L, sommige 150×200 cm.
Naast de interieurs past De Graaff deze heel eigen techniek ook toe op landschappen. Het resulteert in schilderijen als bijna droomachtige visioenen.
De Graaff studeerde aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam waar hij ook woont en werkt.
Op de bovenverdieping toont Anne Roos Regenboog een nieuwe serie draadstalen kubussen. Zij brengt op een geraffineerde manier in het open frame stalen vlakken aan, zodat er vanuit verschillende hoeken intrigerend gezichtsbedrog ontstaat.
En verder is boven nieuw werk in brons te zien van Harry de Leeuw. Het zijn ietwat knoestige landschapjes, die eruit zien als mislukte gietsels, met nostalgische architectuur; een vuurtorentje of een oude muur. Ook de hele simpele gebaren, zoals een stripje brons met een boompje zijn ontroerend.